De geur van look
Het vervolg over de luchthaven – Static Show & Air Show volgt wanneer de foto’ uitgesorteerd zijn. Dus we keren tijdelijk terug naar de natuur, maar we blijven wel in de buurt van de luchthaven.
De mooiste ontdekkingen komen vaak totaal onverwacht. Zo was ik de voorbije week in het Boekenbergpark gelegen in de gemeente Deurne. Samen met het Te Boelaerpark zijn het twee groene longen die net ten noorden van de luchthaven van Deurne (Antwerpen) liggen.
Lanen van look
Op dit moment is het Boekenbergpark een plek waar de Daslook (Allium ursinum) in volle bloei staat. Op sommige plekken zijn de wandelpaden volledig afgezoomd met deze fraaie naar look geurende plant.
Daslook bloeit van april tot juni, soms tot juli. Na juli verdwijnt het bovengrondse deel van de plant volledig en blijft enkel de ondergrondse bloembol over. Vooral de bladeren ruiken bij het fijnwrijven naar knoflook, uien, bieslook of prei. Logisch want allemaal behoren ze tot het plantengeslacht “Allium”.
Daslook geniet sinds enkele jaren een grote populariteit en wordt verwerkt bijvoorbeeld tot pesto en marinades. Toch opletten want bladeren van daslook lijken op de bladen van enkele andere, maar dan giftige planten, zoals die van het lelietje-van-dalen, de jonge bladen van de gevlekte aronskelk en eventueel de bladen van de herfsttijloos. Jaarlijks vallen er slachtoffers door verwisseling.
Kan het ook zonder look ?
Op andere plekken zorgde het wat meer in de hoogte opgaande Look zonder look (Alliaria petiolata) voor een eveneens opvallende onderbegroeiing met witte bloesems. Zoals de naam ons doet vermoeden, komt na het wrijven van de bladeren, het zaad en zelfs de wortels, eveneens een geur vrij die volgens sommigen op uien ok knoflook lijkt.
Toch heeft deze twee plant niets te maken met de uien, bieslook of de look. Wel herkennen we in de geslachtsnaam “Alliaria” het Latijnse “Allium” wat zich vertaalt in look of knoflook.
Wist je dat...
De allium- of de lookfamilie in totaal zo’n 600 soorten telt.
Het zijn meerjarige bolgewassen en ze hebben allemaal een sterke uiengeur.
Ze hebben smalle bladeren, meestal met parallelle nerven en zijn echte smaakmakers.
Alle ui–achtigen zijn rijk aan zwavel, in een vluchtige vorm, wat goed te merken is wanneer je uien snijdt.
Naast zwavel bevatten uien ook suiker.
Prei (Allium porrum) behoort ook tot de familie van de ui, maar is géén bolgewas en is niet méér- maar tweejarig is !
Bedankt voor uw bezoek
Vergeet niet om je op dit blog in te schrijven, zo blijf je op de hoogte wanneer er nieuwe berichten verschijnen
Bärlauch mag ich nicht, aber die blühende Pflanze sieht wunderschön aus. Danke für die tollen Fotos, deren grün weiße Farben besonders frisch und frühlingshaft wirken.
Danke Inga, auch wenn dir ein Blick nicht gefällt, ist und bleibt es ein wunderschöner Anblick. Ich wähle übrigens auch keine aus, ich möchte nicht, dass diese Schönheit aus der Gier der Menschen verschwindet.
Die Bilder gefallen mir alle, aber ich esse nicht gerne Bärlauch.
Dann genießen Sie es einfach mit Ihren Augen
Opnieuw een wetenswaardig artikel met erg fraaie foto’s daarbij toegevoegd. Dank je Rudi voor het delen. Fijne dag gewenst.
Dank je Hans, het was echt een fraai zicht hoor.
Fijne namiddag nog en groetjes.
Ik wandel met je mee en ruik het frisse groen, PRACHTIG!
Dank je Willie, fijn dat je in gedachten de wandeling mee loopt 😉
Heel erg mooie foto en beschrijving en ja soms neem ik het ook mee als ik het eens nodig hebt maar niet altijd.
Als je het heel af en toe doet, zal het de natuur wel niet schaden zeker 🙂
Very beautiful place Rudi, I am finally home again so I have time to read a few post. Have a wonderful weekend.
Thanks Sandra 🙂 I’m sure there is a lot to read after your absence 😉
Een hele mooie serie en ook vooral weer een interessant verhaal.
Als ik lees over de verwisseling en de slachtoffers dan durf ik het al bijna niet meer. We hebben in de voortuin een groot gedeelte met daslook staan. Als ik het gras er omheen aan het maaien ben dan kom ik er per ongeluk nog wel eens tegenaan en dan geurt vervolgens de hele voortuin. Heerlijk vind ik dat. Jouw verhaal is dus wel heel herkenbaar.
Als ze in bloei staan is het quasi niet mogelijk om je te vergissen hoor… daarbuiten is er ook nog steeds de knoflookgeur die het lelietje-van-dalen niet heeft.
Ik waag het er toch niet op, om zelf iets uit de natuur te halen om te bereiden in een maaltijd. Ik vind het mooi om naar te kijken, zo ook jouw foto’s hier Rudi. Vooral de derde foto uit die tweede reeks weerhield m’n aandacht. Vind ik heel mooi qua geheel.
Extra voorzichtigheid kan nooit kwaad hoor 🙂 Bedankt voor het compliment en nog een fijne avond gewenst Hilde.
Ich freue mich jedes Jahr auf die Bärlauch Saison. Bei uns an der Rheinaue kann man im Frühjahr die Blätter sammeln gehen, wovon die Mannheimer fleißig Gebrauch machen. Auch die Blüten sind essbar, sie schmecken etwas säuerlich und haben auch einen knoblauchartigen Geruch. Man kann sie einlegen, ähnlich wie Kapern. Danke für diesen Beitrag.
Ich würde sagen Kasia: „Genießen Sie sie, aber tun Sie es in Maßen … damit sie jedes Jahr wieder auftauchen und Sie ihre Schönheit und ihren Geschmack genießen können.“
Ach, wie man bei uns sagt: “Unkraut vergeht nicht” 😉 Ich genieße jedes Frühjahr mit Bärlauch in vollen Züge 😉
Ha ha ha…. Ich hoffe, es schmeckt Ihr gut 🙂
Waar ik naar mijn werk fiets staat ook dit (of zoiets) je foto’s zijn erg mooi dat omzoomde pad wat een schoonheid.
Dank je wel Liesbeth, leuk dat jij er ook zo van kan genieten als je naar j werk fiets 🙂